“IK (MOET) WIL ZELF KIEZEN”

Neuromarketing = het beïnvloeden van het brein tot het maken van de gewenste keuzes. 

Dit beïnvloeden gebeurt op verschillende manieren, verbaal of non-verbaal. Met woorden of met beelden. Zelfs met geuren (denk aan de tip die makelaars een paar jaar geleden vaak gaven: “Bak een appeltaart vlak voor de kijkers komen.”)

Niet alleen in de reclamewereld wordt er gebruik gemaakt van de neurowetenschap. 

Als er één beroepsgroep is waar veelvuldig gebruik gemaakt wordt van het beïnvloeden van het brein dan is het wel die van de therapeut. En een van de manieren waarop wij dat doen is het bewust maken hoeveel invloed taal heeft op ons brein. 

Een hele bekende is hoe het woordje ‘MOET’ in een zin ons al kan verlammen. 

“Ik moet nog boodschappen doen.” 

“Ik moet vandaag die mailtjes sturen.”

“Ik moet helpen op school.” 

“Ik moet niet vergeten de belasting te doen.”

Je zal hem vast al eens als tip gekregen hebben: 

In plaats van zeggen ‘Ik moet…’ zeg je ‘Ik wil…’. Als ik eerlijk ben dan 

krijg ik de zenuwen van deze opmerking ondanks dat ik weet dat het werkt. 

Maar waarom werkt dit dan? Dit heeft met die taal te maken. 

Moeten’ is een bevel. Het geeft het gevoel dat het opgelegd is. Je hebt er geen controle over. De motivatie (hoe negatief ook) komt van buitenaf en het is juist die motivatie en controle waar hem de crux zit. 

Wanneer we het werkwoord ‘moeten’ vervangen voor het werkwoord ‘willen’ dan gebeurt er iets in je brein. Het geeft je het gevoel van controle terug. Jij kan nu bepalen of je iets wel of niet doet en dit creëert ruimte. 

De motivatie om iets wel of niet te doen komt nu dus van binnenuit. Deze verschuiving zorgt ervoor dat we de controle weer terugpakken. Het is jouw keuze en niet die van een ander. 

Debby Versteege